'En waarvan wil je dan dat ik prentkaarten stuur?' gromt papa. 'Van honger lijdende kindjes of bombarderende vliegtuigen?' 'Ach, stik.' Jacob ploft met zijn rug tegen de autostoel. Hij had er niet over moeten beginnen. Praten met papa is net zo moeilijk als dansen met een ooievaar. Jacob houdt van voetbal en stripverhalen, maar heeft geen vrienden. Zijn vuisten zijn nu eenmaal sneller dan zijn gedachten. Ook met zijn vader wil het niet lukken. Woorden zijn ze lang geleden kwijtgeraakt.
Op een dag krijgt Jacob een brief van een Zuid-Amerikaanse jongen. Eerst besteedt hij er weinig aandacht aan, maar na enkele brieven laten de verhalen over het harde leven van de onbekende jongen hem niet meer los. Samen met Alexander, een andere buitenstaander op school, probeert Jacob meer over de briefschrijver te weten te komen. De uiteindelijke waarheid doet bij Jacob de stoppen doorslaan.
Een indringende roman over familie, opvliegendheid en onzekerheid. Invoelend en trefzeker geschreven voor lezers vanaf 13 jaar.